Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar kwaad gedaan hebt, doende des meer dan allen, die voor u geweest zijn, en henengegaan zijt, en hebt u andere goden en gegotene beelden gemaakt, om Mij tot toorn te verwekken, en hebt Mij [17]achter uw rug geworpen; 17. Dat is, smadelijk veracht en trouwelooslijk verlaten. Alzo spreekt de Heere ook Neh.9:26; Ezech.23:35.